
Drie jassen kies ik uit om eindeloos over te heen en weren. Weer kom ik er niet uit. Ik roep er een verkoopster bij: Zegt u mij welke ik moet nemen! Nee, dat doe ik niet, zegt ze. Jawel, zegt ik, dat helpt. Nou ja, als ik er dan op stá... Zij vindt dat ik de trenchcoat moet nemen, Die staat mij - meent zij - 'fris' en 'jeugdig'. Ik ben het niet met haar eens en opteer voor de andere.
Terwijl ik toch nog steeds een beetje blijf treuzelen komt er een leuke Indische dame ook jassen kijken. Zij weet het ook niet, merk ik. Zal ik u helpen, vraag ik behulpzaam. Kijk, doet u de mijne maar aan. Kan ik gelijk zien hoe hij u staat. Hij staat haar mooi. Hij is zwierig he, die kraag. Nee, hij staat u echt goed! Dat vindt zij ook. Samen gaan we naar de kassa en rekenen we elk onze nieuwe jas af. De verkoopster lacht naar mij: Dat heeft u snel gedaan! Wilt u hier niet komen werken?
Vorig jaar had ik na twee dagen jeuzelen eindelijk een jas uitgekozen. Een leuk wit jack met sportieve kraag. Ik kwam er trots mee thuis en toen adviseerde Bobby's buurvrouw ongevraagd doch indringend dat ik een héél andere jas moest. Dat dit echt niet kon. Dat deze me veel te massief maakte. Dat ik lange jassen moest dragen, liefst zwart, en vooral geen wit. Het was zo genadeloos, dat ik de jas maar teruggebracht heb. Ik hoop maar dat ik haar nu niet tegenkom.
De jas op de foto is het niet, trouwens. Niet de kleur, niet het model. Maar die is ook mooi.
De jas op de foto is het niet, trouwens. Niet de kleur, niet het model. Maar die is ook mooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten