
Van Amerongen behandelt de Mattheus van vele kanten. Zo poogt hij te verklaren waarom de Mattheus zo geliefd is bij ons. Hij vraagt zich af hoe het komt dat nergens ter wereld 'de Mattheus-Passie zo populair is als op die paar vierkante kilometers tussen Roodeschool en Vlissingen.' Hij bespreekt het geheim van de Mattheus in Naarden als 'een society-gebeurtenis, gedragen door gepensioneerde politici, aangetrouwde pseudo-prinsen en millionenschwere industriëlen.' 'Alles wordt immers gesponsord tegenwoordig, tot de apenkooi van Artis toe. Dus waarom zou de kruisdood van Christus, in de bekwame reconstructie van Johann Sebastian Bach, níet door handel en industrie worden ondersteund?'
Hij gaat in op het ontstaan van de Mattheus - ten dienste van lutherse godsdienstoefening op Goede Vrijdag - en de ontwikkeling tot seculiere volksvreugde. Bach kende geen sterke scheiding tussen geestelijke en wereldlijke muziek, en Van Amerongen concludeert dat het niet raar is dat het werk in onze tijd steeds meer de functie van een opera gekregen heeft. Hoe de Mattheus vergeten was en herontdekt werd door Mendelssohn, de zeer verschillende uitvoeringen - van de hyperromantische tot de sobere authentieke van vandaag. Hoe het muziekstuk in de DDR-ideologie ingelijfd werd.
Mooi mooi mooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten