Weer met Vespa naar de dierenarts. 'Ze heeft wel een speknek', zegt de dierenarts die bloed moet tappen uit een ader in haar nekje. 'Of beledig ik u nu?'
5,38 kilo is Vespa nu, dus de inspanningen hebben effect. 500 gram is ze nu al kwijt. En de glucose-waarde zit op 7 komma nog wat, dus dat is heel mooi. Die moet namelijk tussen 6 en 10 zitten. We gaan door met drie eenheden, zegt de dierenarts.
We discussiëren nog wat door over wat ik moet doen als ik verzaak. Zoals afgelopen vrijdag toen ik door alle gezelligheid pas om 21 uur dacht: O ja, Véspa! Mijn methode, het schema met een half uur per keer terugschroeven, vond ze heel goed. Er is niet één vaste stelregel. Elke kat is anders. Hoe vaster het regime hoe beter. Maar: als ik te lang wacht met insuline spuiten, dan is de kans groter dat ze een hypo krijgt.
Maar nu het zo goed gaat, zowel met de glucose-waarde als met het gewicht, bestaat de kans dat Vespa zelf weer insuline gaat aanmaken. Dan krijgt ze dus in feite een overdosis en kan ze alsnog omvallen. Mensen komen dan wel eens vragen om de kat in te laten slapen, zegt de dierenarts, maar dat is FOUT. Want dat ze omvalt kan juist betekenen dat ze beter wordt.
Ik snap het nog steeds niet helemaal. Volgens mij kan ze zowel bij te véél als bij te weínig insuline een hypo krijgen. Maar de assistente zegt geruststellend: 'Het zal allemaal wel loslopen.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten