Een jong dierenartsje (of is ze dierenartsassistentetje?) legt mij het fenomeen suikerziekte uit. Maar omdat ze steeds 'Vespa, híj en zijn' zegt, kan ik niet zo goed luisteren. Vespa is een vróuwtje, herhaal ik steeds. Vespa, zíj! Háár!
Enfin, het duizelt me een beetje van de glucose en de insuline, maar ik krijg een foldertje mee om het thuis nog eens na te lezen. Dan gaan we het prikken oefenen. Men neme een huidplooi, bijvoorbeeld in het nekje, men make daar een kuiltje in en steke dan de naald helemaal in de plooi. En dan spritzen. We oefenen een paar keer met water en dan moet ik het maar kunnen.
Enfin, het duizelt me een beetje van de glucose en de insuline, maar ik krijg een foldertje mee om het thuis nog eens na te lezen. Dan gaan we het prikken oefenen. Men neme een huidplooi, bijvoorbeeld in het nekje, men make daar een kuiltje in en steke dan de naald helemaal in de plooi. En dan spritzen. We oefenen een paar keer met water en dan moet ik het maar kunnen.
Vervolgens bespreken we het dieet. Willen we op het streefgewicht van 5 kilo uitkomen, dan moet ik nog minder geven dan ik doe. Weeg haar dan eens, zeg ik, want volgens mij is ze al afgevallen. Ik weet niet wat het zegt na 3 dagen, maar ze is van 5,88 naar 5,70 kg. Dat is 15 gram minder, zegt het meisje. Zelf ik zou zeggen: 180 gram! Of ben ik nou gek?
Bij de kassa ga ik haar rekenvaardigheid nog maar eens testen. Wat kost zo'n blikje voer? En een injectienaald per stuk? En zo'n zak droge brokjes? En het flesje insuline? En wat rekent u nu voor de injectie-les?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten