vrijdag 3 juni 2011

Eeuwige hunkering

Vorige week - op de apenrots - kreeg ik na afloop mooi wel het boek Ik herhaal je mee van en over de dichteres Ingrid Jonker, een van de meest invloedrijke Zuid-Afrikaanse dichters van haar generatie. Vanwege haar talent, schoonheid en eeuwige hunkering naar liefde wordt ze wel vergeleken met Virginia Woolf, Sylvia Plath en Marilyn Monroe.

Een bloedmooie talentvolle vrouw met een dramatisch leven, waar ze toen ze 32 jaar was, dat was in 1965, zelf een eind aan maakte. Tijdens haar leven was ze al een  gewaardeerd dichter, maar toen Nelson Mandela in 1994 haar gedicht ‘Het Kind’ voordroeg tijdens de opening van het parlement, groeide ze uit tot een icoon. Haar werk wordt tot op de dag van vandaag door miljoenen Zuid-Afrikaners gelezen en op scholen onderwezen.

In deze bundel staan haar gedichten - zowel in het Zuid-Afrikaans als in de vertaling door Gerrit Komrij. Het tweede delel van het boek bestaat uit een biografie door Henk van Woerden. Haar vader was de journalist Abraham Jonker, die nog voor de geboorte van Ingrid het gezin verliet en met niets achterliet.  Ingrid groeide op met haar zusje bij haar grootouders. Haar moeder werd steeds depressiever en pleegde uiteindelijk zelfmoord. Ingrid was toen tien jaar. Haar grootmoeder was niet in staat om voor de meisjes te zorgen en toen moesten ze bij hun vader en zijn nieuwe gezin gaan wonen. Hun vader accepteerde deze dochters maar met moeite.

Ingrid verwerkte haar verdriet in gedichten. Al op dertienjarige leeftijd schreef ze haar eerste bundel, getiteld Na die Somer. Een paar jaar later kwam ze in contact met de dichter D.J. Opperman en hij werd de mentor die ze nodig had. De relatie met haar vader verslechterde. De erkenning die ze van hem verlangde kreeg ze niet en met haar vrijgevochten ideeën raakte ze steeds verder van hem verwijderd.

In 1956 trouwde  ze met schrijver Pieter Venter. Het huwelijk was geen succes en na een aantal jaar scheidden ze. Ingrid ging terug naar Kaapstad en werd daar de ster van deen groep artiesten die streden tegen de Apartheid en zich mengden met zwarte kunstenaars. Ze had een heftige liefdesverhouding met twee schrijvers, met Jack Cope en André Brink, maar door haar wisselvalligheid durfden beiden zich niet aan haar te binden. 

Ingrids tweede bundel stuitte op veel weerstand door het duidelijke standpunt dat zij innam tegen de Apartheid en werd tegengehouden door de censuurcommissie, waar haar vader in zat Vader en dochter kwamen lijnrecht tegenover elkaar te staan. Ingrid belandde in een depressie en werd opgenomen in de psychiatrische inrichting, waar haar moeder een einde aan haar leven had gemaakt. 

Even leken er betere tijden aan te breken. Haar tweede bundel Rook en Oker werd uiteindelijk toch gepubliceerd, lovend ontvangen en in 1964 bekroond met de Afrikaanse Pers-Boekhandel Prijs. Met dat geld vertrok ze naar Europa, maar de reis bracht haar niet bracht wat ze ervan gehoopt had. Eenmaal terug in Zuid-Afrika werd ze weer opgenomen. In de nacht van 18 op 19 juli 1965 liep ze de zee in.

Onlangs is haar leven verfilmd: Black Butterflies, met in de hoofdrollen Carice van Houten en Rutger Hauer. Vinnie zegt dat het een draak is, met als hoofdlijn Carice van Houten die een dichteres speelt.

Geen opmerkingen: