We hebben een kwestie. Als kop op de cover van het volgende nummer van het vakblad had ik: 'Kopen via internet is handig, maar niet léuk'.
Wout de eindredacteur heeft ervan gemaakt: '... maar niet léúk'. Met twéé accenten.
'Néé!' zeg ik zeer beslist. 'Eén accent!' Met een paar vormgevers en eindredacteuren van andere bladen bespreek ik de kwestie. Die gillen allemaal: 'Eén accent. Néé, géén twee!'Ze gríezelen bij twee accenten. Omdat ik de baas ben veranderen we het. Naar 'léuk' met één accent.
Wout is ervan overtuigd dat het er twee moeten zijn. Vinnie ook. Zij vinden één accent gek. 'Nu staat er lé-uk', zegt Vinnie.
Het blad gaat naar de drukker. Met één accent. Maar het laat me niet los. Hoe kan dit nou? Is het een leeftijdsverschil? De collega's die het met mij eens zijn zijn allemaal boven de vijftig. Degenen die twee accenten willen zijn dertigers.
Nederlandse Taalunie:
Klanken die met twee letters worden geschreven, krijgen twee accenten, bijvoorbeeld: máát, héél, vóór, dúúr, zéúren, níét, móét, fláúw, nóú, kléín, erúít.
Ook de tweeklank ij krijgt twee accenten, maar het is moeilijk om met een tekstverwerker het letterteken j een accent te geven. Het tweede klemtoonteken vervalt daarom meestal: blíjf, míj, zíj, wíjten.
Bij opeenvolging van drie beklemtoonde letters in dezelfde lettergreep krijgen alleen de eerste twee letters een klemtoonteken, bijvoorbeeld: móói, frááie, ééuw.
Op hoofdletters komen geen accenten, behalve als het hele woord in hoofdletters is geschreven: Eén is geen; ÉÉN IS GEEN.
Wij vijftigers hebben het fout. Of niet? Volgens de collega heeft het te maken met de Groene en de Witte Spelling. Is twéé accenten Groene Spelling en één accent Witte Spelling. En gebruiken krantenredacties de Witte Spelling. Dan klopt het weer wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten