zaterdag 6 december 2014

Homo Lavans

Auto wassen op straat, het moest verboden worden zegt de BOVAG. We moeten naar de autowasstraat. Ik vind de autowasstraat zo'n gedoe en best duur. Er is hier in de buurt geen wasstraat waar je doorheen kunt rijden. Vandaag schijnt het zonnetje en ga ik na het wassen draaien, jassen poetsen en boodschappen halen lekker de bolide poetsen. Wat is die vies geworden in het Moseltal.

Vroeger toen ik ik Noord woonde waste ik elke zaterdag mijn auto. Mijn eerste auto. Een lage Nissan Sunny. Het wassen had een bijzonder reinigende werking op mijn gemoed en geest. Met het auto soppen, spoelen en drogen spoelde ik de snelweg-ellende van de week van mij af en begon ik schoon aan mijn vrije weekend.

Ik vraag aan Reenske hoe men zich boeddhistisch kan wapenen tegen deze intense afkeer tegen de snelweg. Die mij vooraf, tijdens en na afloop van het heen-en-weren bevangt. Zij denkt via mindfullness, dat je je bewust ben van die afkeer en dat-ie dan weer afglijdt, maar ze weet het niet zeker. De trein, stamelen de mensen soms. En dan reken ik ze voor hoeveel tijd dat kost, van de buitenkant van de stad naar de Fruitweg te Bunnik.

Wassen dus. Hier in de straat zie ik nooit iemand autowassen. Er ligt een taboe op. Mensen kijken altijd maar me. Ze zeggen meestal niets, maar ze vinden het wel leuk. Dat zie je in hun blik.

Geen opmerkingen: