We mogen om de dag zeggen wat we die dag gaan doen. Zo komt het neer op de ene dag een uitje en de andere thuis. Het geeft je een redelijk evenwichtige en gevarieerdere week. Zo gaan we vandaag we naar een historische kopermijn in Fischbach. Bobby is er de hele week al opgewonden over.
Fischbach ligt even ten oosten van Idar-Oberstein, een stadje dat helemaal gedragen wordt door edelstenen, we zijn er een paar jaar geleden verdwaald. In Fischbach is elke dag om 11.30 een rondleiding. Maar er zijn midden in dit kronkelige berglandschap voortdurend wegafzettingen, waar dan wel Umleitung bij staat, maar waar je verder geen aanwijzingen meer krijgt. Dan heb je er zo een half uur reistijd bij. Als we nou om 09.30 uur vertrekken, zeggen we, dan moet dat toch ruim te doen zijn. We hebben het over zo'n 50 / 60 kilometer.
Er ìs inderdaad een wegomlegging, we verdwalen weer in Idar-Oberstein, en we komen om 11.25 uur bij de kopenmijn aanscheuren. Buiten adem hollen we de berg op naar de ingang, om niets te missen. Dat is wat overdreven, want wij blijken de enige bezoekers en de kaartjesverkoper is de gids.
Wat een avontuur weer, een kopermijn. Ik heb eerlijk gezegd niet zo goed opgelet, dus de feiten houdt u tegoed, maar het is mooi dat je je na zo'n rondleiding veel meer kunt voorstellen bij mijnwerkers en hun 12 uur per dag in het stikkedonker gangetjes stonden hakken bij het licht van een kaarsje. Je moest er wel een rustig gemoed voor hebben, zei de gids droog. Je probeert je voor te stellen hoe dit in de middeleeuwen al begon, of nog eerder, en daar diep onder de grond ontwikkeld werd.
Mijnwerker was een beroep dat goed betaalde, mijnwerkers leefden lang,waarschijnlijk omdat ze goede zorg konden betalen, mijnwerker was een trots vak van vader op zoon. En er zijn mensen die dat in herinnering houden door zo'n aandoenlijk museum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten