We willen echt liever geen zeurpieten zijn, maar er klopt gewoon van alles niet aan het huisje. We hebben wel een thermostaat, maar hoe we hem ook instellen, het wordt niet warmer dan 16 graden. Gewoon een beetje rillerig. Dus gaan weer naar de receptie, naar de mevrouw die ons geen tweede leeslamp gunde. En als we er toch zijn beklaag ik me ook over de WiFi, waar ik 22 euro voor betaalde en die het nauwelijks doet. Dat vind ik wel een beetje véél zeg ik tegenwoordig als ik wil afdingen. Zeker als het niet werkt.
Terwijl zich weer nieuwe Techniker naar ons huisje spoeden besluiten we een wandelingetje te gaan maken en wel de bejaardenwandeling die volgens de folder ook met een kinderwagen kan. Hij leidt naar een Fünfseeënblick, een soort Vaals, stel je je daarbij voor. Het punt blijkt anderhalf uur heen en dus ook weer anderhalf uur terug, zodat we het grootste deel van de terugweg in de steeds duisterder schemering doen. De bossen zijn hier eindeloos. Als ik nu Nasr de boomstammen kijk moet ik denken aan de bosarbeiders van weleer, die die bomen met de hand moesten zagen en met een trekpaard verslepen. Dat heb ik gisteren wel mooi in dat Holzmuseum geleerd.
Mooi stil is het. Ik vind het wel een beetje eng in een donker bos, maar dat zijn vooral gedachten en conditioneringen.
Bij thuiskomst zit de Techniker nog steeds in het stookhok. Ons huisje is een van de laatste waarvan de warmwatervoorziening niet deugt. Nou kijk. En als de WiFi het morgen nog niet goed doet krijg ik die 22 euro terug. Het ligt niet aan ons, het ligt aan hún.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten