Zondag leesdag. Ik lees Birk van Jaap Robben. Die is een nieuwe ster aan het firmament: theatermaker, stadsdichter van Nijmegen en kinderboekenschrijver. Dit Birk is zijn romandebuut, waarmee hij onmiddellijk prijzen heeft gewonnen: een van jongeren en een van boekverkopers. Misschien nog niet de meest prestigieuze prijzen, maar wel recht in de doelgroep.
Ik zag en hoorde hem onlangs spreken voor een zaaltje dames. Hij had wel een uur spreektijd gekregen. Het was leuk, goed, maar een half uur was ook wel goed geweest. Af en toe verliet een der dames de zaal, om haar moverende redenen. Dat vond hij iets om niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Ook ik wilde zo na een half uur voort, maar de uitgang was langs het podium. Pas na minuten dralen vanwege de opmerking die hij zou maken stond ik op. Ik wilde me niet laten intimideren, tenslotte. 'Dág!' Onderbrak hij zijn betoog. Wat doe je dan? Schicht je weg of groet je terug? Het is allebei lullig.
Enfin. Birk dus. Ook dit boek heb ik weer 'geleend' via de digitale bibliotheek. Volgens mij wordt die aardig populair. Een jongen Mikael leeft met zijn moeder op een eilandje in zee, ergens tussen Schotland en Noorwegen. De vader Birk is verdronken. Het boek begint als de vader net zoek is. Het jongetje zit aan de keukentafel soep te eten, zijn moeder moppert dat vader nooit op tijd komt. Het jongetje durft niets te zeggen.
En na diverse tevergeefse zoektochten door reddingsdiensten leven ze er met zijn tweeën voort. Er staan op dat eiland drie huizen, en er woont alleen nog buurman Karl, een visser. De oude buurvrouw is van de trap gevallen en overleden. Eens per week komt een boodschappenboot boodschappen brengen.
Mikael is veel in het huis van de overleden buurvrouw, dat steeds meer vervalt. Hij probeert zich te verhouden met een meeuw, die een nest gebouwd heeft in het bed van de overleden buurvrouw.
De jaren gaan voort, Mikael (aan het begin van het boek is hij 9) wordt groter en mannelijker en de relatie met de moeder wordt broeieriger. Ze gaat hem Birk noemen.
Het is helemaal geschreven ivanuit het perspectief van de allenige jongen, met al zijn sensitiviteit, die de wereld ontdekt, alles ziet en aanvoelt maar nog lang niet niet begrijpt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten