Krijg een sms-je van M: 'Wij hebben net een 49-shots multishot flowerbed met blauwe, groene en rode peonies gekocht, dus het nieuwe jaar begint in elk geval met een knal.' Neef Menno Skypte ook al: 'Gaan jullie wel lekker knallen?' Ik vrees van niet...Net stond ik nog voor zo'n winkel, maar na vijf minuten hunkeren liep ik toch weer door. En dat terwijl ik èrg van knallen houd, hoe groter de BOEM hoe beter. Maar ik heb nog bijna nooit zelf vuurwerk gekocht. Een keer stond ik bij een vuurwerkverkopende fietsenmaker in de rij, tussen honderden opgewonden vaders en zonen die exact wisten wat ze wilden. Ik wist het helemaal niet en koos uit misplaatste zuinigheid alleen maar fluffy rommel uit. Van die zachte scheten. Terwijl ik eigenlijk donderslagen wilde. Zo'n tapijtje, of een duizendklapper om de lantarenpalen heen, of gewoon een bom. Dacht u: 100 euro is toch wel een aardige uitspatting voor een moment van verwerpelijk volks gedrag, ik kan nu uit ervaring zeggen: Neen, dat is GEEN aardig bedrag. Dat is niets.
Vorig Oudjaar waren we met zeven, we hadden tot middernacht best een mooie avond gehad, eerst een potje Halli Galli om allemaal wat los te komen, daarna een Tarotlegging voor wie dat wilde, en tenslotte het moment supreme: van iedereen een ontboezeming danwel persoonlijke inzicht over het oude of het nieuwe jaar, al naar gelang.
Na twaalven desintegreerde de saamhorigheid echter helemaal, want twee van de genodigden hadden tassen vol vuurwerk mee en draafden na het champagnemomentje als een haas de straat op. Twee meelopers liepen mee, en drie bangerikken bleven angsthazig binnen. Als meeloper kreeg ik een doosje losse rotjes in mijn handen geduwd, waar ik wel een half uur mee doende was om ze stuk voor stuk af te steken, terwijl de andere twee zich met vuurpijlen en gillende keukenmeiden amuseerden. Het viel wat tegen, maar het toch heel fijn, om het liedje Bolide van Brigitte Kaandorp te parafraseren.
Vanavond ga ik naar ´nieuwe vrienden´. Die wonen buiten aan de Waal, buitengaats, hebben een hondje en doen niet aan vuurwerk. Ik geloof niet dat ik me daar onmogelijk ga maken met een bom. Het zal dus wel vuurwerk kijken op een afstandje worden. Ook mooi. Hoop ik.



















In het kader van het vraagstuk Wat Doen We Met Onszelf Met De Feestdagen kom ik op mijn levensthema kerkorgel. Hiernaast ziet u een kerkorganiste. Ik ken haar niet maar ze staat stralend op de foto en ze heeft een naam voor in een roman van Renate Dorrestein: Everarda Slabbekoorn. Voor mijn verhaal doet ze er eigenlijk ook niet zo toe, ware het niet dat zij de lokroep van het orgel verbeeldt.




Op de foto hiernaast staat Hans P., rechts, op de rug genomen. Hij ontving ons afgelopen zomer in zijn elke verbeelding tartende nieuwe boekhandel Selexyz Dominicanen in Maastricht. De pluizenbol geheel links ben ik. Elise de B. maakte de foto. Zo trots als hij was. Aan de muur hangen de foto's van de megaverbouwing van de kerk.
Dit is verbij,
In de boekhandel in de stad Langres (stad van de encyclopedist Denis Diderot en van Jeanne Mance, een van stichters van de Canadese stad Montréal) ontdekte ik dat ik Frans kon lezen. L'amour dure trois ans van de Franse schrijver Frédéric Beigbeder. Zo begint het (toe, even doorzetten, het zijn maar een paar regels en je begrijpt ze):
Dit was het tweede huis waar we waren, het buitenhuis van mijn goede vriendinnen K. en Fr. Het staat in een gehucht ergens tussen de dorpen Coiffy le Haut en Coiffy le Bas en heeft wel vijf gigantische slaapkamers, een woonkeuken, een bibliotheek, een kamer met tafeltennistafel en een schuur met gereedschap en houtvoorraden waar je U tegen zegt. Maar er was koud en alleen in de woonkeuken die houtkachel. Dus daar speelde het leven zich af. In de slaapkamer (wéér raampje linksboven) hadden we baat bij rubberen kruiken. K. en Fr. hadden in de slaapkamerkast weliswaar elektrische dekens opgeborgen, maar die hadden ze in de gebruiksaanwijzing niet vermeld. Dus hebben we ze niet gezocht en dus hebben we ze niet gevonden. Deze vakantie ben ik aardig vaardig met houtkachels geworden. Het lievelingsboek in dit huis was How to be Good van Nick Hornby.
Hannie stuurt mij elke dag wel een filmpje. Heerlijk is dat. Er zijn mensen die ventileren dat internet dodelijk is voor de geest en de intermenselijke contacten, dat het het leven zielig en kaal maakt, maar ik ben het daar niet mee eens. Alleen al om die filmpjes, Isabelle Brave is een van de betere personages op YouTube. Hier zingt ze over haar katten. Dit ter ere van mijn Vespa die twee weekjes bij Hannie mag logeren. De bofkont. Hoe ik hier filmjes moet/kan uploaden zie ik nog niet, maar de link werkt ook.
De beide Rosa Mystica's maakte ik aan Bobby's keukentafel. Het leven viel even niet mee, een significante persoon liep geheel onverwacht een andere kant op en één werd zomaar ernstig ziek. Ja zo gaan die dingen, en je moet met het leven meebewegen, ik zal dat doen, maar mag ik alsjeblieft eerst een weekje schuilen? Misschien is één dag al wel genoeg. Maar even weg? Dat mocht. En toen kwam deze tekening tevoorschijn. Mooi melodramatisch.
