Voor mijn gevoel is het máánden geleden dat Vespa in de Domstad was. 31 mei. Dat was de twééde keer dat ze wegliep. Kwijt was. Ik had de drie liften en de tientallen brievenbussen in de flat voor de tweede voorzien van noodkreten. En in de nacht van zondag op maandag vond ik mijzelf in een pyjamaatje terug op de parkeerplaats in de regen, een vreemde cyperse kat te voeren, die hysterisch naar mij blies en sloeg. Vespa, dacht ik geheel van slag, Vespa, wat is er met je gebéurd? Allemaal poezentrauma's kon ik verzinnen.
Ik weet het niet zeker, maar ik geloof dat dit de eerste keer is dat we weer samen hier zijn. Liefst wil ik dat het regent en dat de voordeur dicht mag blijven en Vespa binnen. Maar helaas, de zon schijnt. Het leven vindt plaats met open deuren. Vespa vlijt zich weer met alle overgave die zij in zich heeft op de galerij. Nooit leidde dat bij mij tot zoveel onrust.
Ik weet het niet zeker, maar ik geloof dat dit de eerste keer is dat we weer samen hier zijn. Liefst wil ik dat het regent en dat de voordeur dicht mag blijven en Vespa binnen. Maar helaas, de zon schijnt. Het leven vindt plaats met open deuren. Vespa vlijt zich weer met alle overgave die zij in zich heeft op de galerij. Nooit leidde dat bij mij tot zoveel onrust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten