Mensen eten op heel verschillende wijze hun ei. Niet alleen de gewenste dikte van het eigeel is heel verschillend, ook de wijze van oppeuzelen. Ik houd érg van mijn ei. Elke ochtend - hoe vroeg ik ook op moet - neem ik tien minuten voor mijn ei. Het water moet gekookt en dan het ei nog.
Zus2 logeert een nachtje bij mij en wij doen samen ontbijt. Wil je een ei, vraag ik. Já, zegt ze gretig. 'Het ei is precies goed', zegt ze goedkeurend, 'hoe lang kook jij ze?' 'Zes minuten, zeg ik, 'met kookwekker'. De 'vrije uitloop-eieren' (goed woord voor Galgje) die ik tegenwoordig koop zijn groter dan de eieren die ik eerder had. Toen was vijf minuten goed, maar nu moet zes.
Nieuwsgierig kijk ik hoe zíj haar ei eet. Dat doet zij net als ik. Het is een issue, want Bobby vindt dat ik mijn ei vreemd eet. Zoals ik dat doe dat heeft hij nog nooit gezien, zegt hij. Hij pelt zijn ei in zijn geheel en snjijdt die dan in stukjes op brood. Ik snijd altijd het kapje eraf en lepel het ei dan genoeglijk uit. Eerst het kapje en dan het grote stuk. Mmm! Zo deden wij dat thuis. Zo doe je dat dan blijkbaar je hele leven.
Wijlen mijn Goede Vader kon een heel mooi kunstje met het ei. Hij gooide het zachtjes tegen het plafond. Dat ging nooit mis. Hij deed dat zo zacht dat de dop nét deukte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten