Ik kom thuis, pleur snel boodschappen in de keuken, zet de aardappels op het vuur, vuur staat hoog, ik ga snel boerenkool maken, want ik moet zo weer weg naar het Concertgebouw voor mijn eerste Brahms-klasje. Snel naar de auto om de tweede tas met boodschappen te halen, want daar zit de rookworst in. Deur dicht. Sleutel in huis gelaten. Help. De enige reservesleutel is in Utrecht. Wat nu? En de telefoon. En de portemonnee. Alles binnen. En die aardappelen staan op het vuur. Straks verbrandt Vespa levendig!
Crisismanagement. Buurman Paul is thuis, maar ik kan niet over het balkon naar mij toe want de balkondeuren zitten potdicht. Buurman Paul weet nog wel wat handige buurmannen, Michael en Ron. Buurman Michael kan er niets mee, maar Buurman Ron vast wel. Maar Buurman Ron is altijd pas om 7 uur thuis. De buurman geeft me zijn computer, zijn telefoon en een glaasje wijn. Ik bel enige Slotenmakers. Die van november op het Javaplein heeft geen tijd. De derde belooft over een uur te komen. Maar er staan aardappelen op het vuur. Hoog. Ik besluit eerst maar eens dat ik niet naar het Brahms-klasje ga, dat scheelt enigszins in de spanning. De buurman heeft ook Chinees. Of ik blijf eten. Nou leuk!
Als tegen zevenen Buurman Ron arriveert is de slotenmaker er nog steeds niet. Hij staat in de file. Buurman Ron is heel lang klusser geweest en boort zo een gaatje in de lijst naast de deur. Hij heeft de deur zo open. Het hele huis staat blauw. Grijnzend laat Buurman Ron mij de buurdeuren zien waar hij dit kunstje ook al geflikt heeft: vijf in totaal. Zonder sleutel het pand verlaten overkomt blijkbaar iedereen wel eens. Wanneer de slotenmaker arriveert betaal ik de voorrijkosten graag. Hij heeft zich zeer gehaast zegt hij, vanwege die pan op het vuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten