Ik ontbijt met nrc next met daarin - in de reeks over wurkshups - een heel ironisch verslag van een wurkshup op de AutoRai gehouden door een collega. Hinnikend fiets ik naar het werk. Hebben jullie nrc next gelezen, vraag ik aan de marketingafdeling. Maar niemand leest hier geloof ik een krant. Of een boek. Dat kan.
Lees voor, vraag ik aan de marketingmanager. Zij leest voor. Alle marketingmedewerksters houden de adem in. Wat erg! Nou ja, zeg ik, het is toch ook gráppig! Ik vind het grappig. ik geef toe, voor de collega in kwestie is het minder leuk. Het zal ook wel niet helemaal waar zijn. Maar iets... 'n Leermomentje, wellicht?
Mijn nrc next dwaalt door het hele gebouw. Gelukkig komt RoRo7 ook met háár nrc next en dan hebben we er twee. De twee directeuren hebben vandaag zitting bij ons. Die lezen thuis ook geen nrc next. Ze zijn een beetje verstoord door de negatieve berichtgeving, maar ook wel geamuseerd door het feit dat wij het zo grappig vinden. Als jij directeur was, Lucie Theodora, wat zou jij dan doen, nu, vragen ze aan mij. Zou jij een boze brief aan de journalist schrijven? Of aan de krant? Nee! zeg ik, niet doen! Ga die collega bellen en vragen of hij het gezien heeft, vraag hem hoe de wurkshup ging en hoe het met hem is. Iedereen heeft toch wel eens een off day. Dat vinden ze een grote wijsheid.
Komt heel toevallig deze dag die collega hier vergaderen. Vergaderzaal vol pakkemansen, word ik erbij gevraagd om troost en aandacht te bieden. Wat érg voor je, zeg ik vol-empathisch, hoe was het in het echt? Vast héél anders dan hier beschreven. Hij vertelt zijn versie. Ik moest wel lachen om het artikel, vertel ik eerlijk, maar ik vind het heel rot voor je. Ja, want mijn kinderen lezen ook nrc next, zegt hij.
Bij het weggaan zeggen de directeuren dat ik de cliniclown van het bedrijf ben. Zal ik dat maar als een compliment opvatten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten