Op het balkon in een knetterende lentezon lees ik uit de stapel boeken over dementie De moeder van Nicolien van Voskuil. Van Het Bureau ben ik nooit een adept geweest, dus ik begin licht gereserveerd, maar ik moet zeggen: Voskuil doet dit verschrikkelijk goed. Kleine schetsjes, kleine dialogen, maar die komen voort uit haarscherpe observaties. Veel ook voor detail. Nu het over een dementerende (schoon)moeder gaat treft het me meer dan wanneer het over een kantoor gaat. Op de flap staat echter: 'Of men nu wel of niet een dergelijk proces van ouder worden en dement worden van nabij heeft meegemaakt: De moeder van Nicolien is een emotionerende leeservaring.' Toch geeft de herkenning denk ik iets extra's.
Hij beschrijft momenten uit het leven met zijn vrouw en zijn schoonmoeder van 1957 tot 1998. Boven elk hoofdstukje staat een datum en jaartal. Heel veelzeggend. In eerste instantie zijn er slechts kleine signalen van het dementeren. Ze herhaalt zich, gaat in de verkeerde stoel zitten, ze verstopt een parelsnoer in het kolenhok. Dan ineens, enkele pagina's en twee jaar later, kan moeder op bekend terrein de w.c. niet vinden. Haar dochter en schoonzoon reageren zoals dat gaat, Oostindisch blind: 'Nou doet ze ineens alsof ze niets meer kan', zegt Nicolien geërgerd.
Nauwgezet wordt het proces in kaart gebracht, de neergang van de moeder, de emotionele ontwikkeling van haar dochter en schoonzoon, hun groeiende geduld, hun verdriet en de ontroostbaarheid van de moeder, hun onvermijdelijke verraad door een plaats in een verpleeghuis te organiseren. Heel heel mooi. Dit is veel poëtischer dan Het Bureau. Laatst bespraken een der Geschwister en ik hoe onze respectievelijke partners op de verhalen over onze Mutti reageerden. Of ze alle mailtjes wilden lezen of niet. Wie wel en wie niet. Veel meer dan beetje luisteren kunnen ze niet. Nu ik dit lees ben ik ook geroerd over een inkijkje te krijgen van wat het met de partner doet. Zo respectvol hij het gedoe van zijn Nicolien en zijn moeder opschrijft. Eigenlijk is het boek een eerbetoon aan zijn vrouw.
Hij beschrijft momenten uit het leven met zijn vrouw en zijn schoonmoeder van 1957 tot 1998. Boven elk hoofdstukje staat een datum en jaartal. Heel veelzeggend. In eerste instantie zijn er slechts kleine signalen van het dementeren. Ze herhaalt zich, gaat in de verkeerde stoel zitten, ze verstopt een parelsnoer in het kolenhok. Dan ineens, enkele pagina's en twee jaar later, kan moeder op bekend terrein de w.c. niet vinden. Haar dochter en schoonzoon reageren zoals dat gaat, Oostindisch blind: 'Nou doet ze ineens alsof ze niets meer kan', zegt Nicolien geërgerd.
Nauwgezet wordt het proces in kaart gebracht, de neergang van de moeder, de emotionele ontwikkeling van haar dochter en schoonzoon, hun groeiende geduld, hun verdriet en de ontroostbaarheid van de moeder, hun onvermijdelijke verraad door een plaats in een verpleeghuis te organiseren. Heel heel mooi. Dit is veel poëtischer dan Het Bureau. Laatst bespraken een der Geschwister en ik hoe onze respectievelijke partners op de verhalen over onze Mutti reageerden. Of ze alle mailtjes wilden lezen of niet. Wie wel en wie niet. Veel meer dan beetje luisteren kunnen ze niet. Nu ik dit lees ben ik ook geroerd over een inkijkje te krijgen van wat het met de partner doet. Zo respectvol hij het gedoe van zijn Nicolien en zijn moeder opschrijft. Eigenlijk is het boek een eerbetoon aan zijn vrouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten