dinsdag 17 mei 2011

The novel

Het vliegtuig maakt een tussenstop in Mythilene op Lesbos. Daar moeten we naar de vertrekhal, wachten tot het vliegtuig schoongemaakt is. En wie stappen er in de bus die ons van vertrekhal naar vliegtuig brengt? Jeroen en Sabien! Ha! Hé! Há! Hé! Verhalen vertellen.

Zij hebben plannen voor het organiseren van een culinaire reis naar Lesbos. Culinair? vraag ik. Hebben jullie culinair Grieks gegeten? En ik vertel van het kookboek dat Bobby gekocht heeft. In elk gerecht moet een 'cup' olie. En elk gerecht wordt afgemaakt met peper, zout en citroen. We lazen op een avond elkaar met toenemend plezier uit dit kookboek voor.

Bobby leest trouwens nog steeds schaterend in J. Kessels, the novel. Gék word ik van dat gelach. Ik gun het hem wel, echt wel, maar het is  op den duur gewoon niet leuk. En als je dat zegt dan voel je je een stomme trut.

'Kennen jullie J.Kessels the novel,' vraag ik Jeroen en Sabien. Het is fijn dat ik even ergens anders kan zitten. Jazeker kennen ze het. 'Het is echt een jongensboek', vindt Sabien. Jeroen vertelt dat hij het ook hinnikend heeft gelezen. En hij begrijpt hoe erg het is om alsmaar naast een proestende persoon te zitten, en dat je je gewoon jalóers voelt. Dit begrip was wat ik nodig had. Gesterkt door deze morele steun vraag ik Bobby of hij misschien zijn boek thuis wil uitlezen. Nou goed dan. Maar het boek zit zo in zijn systeem dat hij  om de zoveel minuten gewoon doorlacht, ook als hij niet leest.

Geen opmerkingen: