Heen gaan we langs de Maas, la Meuse, waar we weer helemaal vastlopen in Dinant, en doen we er anderhalf uur over om bij Namur te geraken. Bobby vindt dat een hele mooie route. Ik niet, ik vindt t grauw en grijs, de rivier is vrijwel gekanaliseerd en daar loopt dan een spoor en aan beide zijden een drukke tweebaans weg langs. Ik heb te doen met de bewoners die direct aan zo'n weg wonen en de hele dag dat lawaai horen en fijnstof inademen.
Namur (Namen) is een leuke stad, twee rivieren stromen er door: de Maas en de Sambre en ze treffen elkaar onder een hoge burcht. Het is de hoofdstad van Wallonië en een universiteitsstad. Veel cafétjes, restaurantjes, winkel, enige musea - helaas geen moderne kunst.
We gaan naar het Musée Felicien Rops. Hij is een negentiende-eeuwse tekenaar, onder meer van politieke en erotische prenten, die nu wat tuttig zijn, maar toen als zeer pornografisch golden. Er hangen 300 werken. Ook heeft hij mooie landschappen geschilderd, zoals deze van de Maas bij Dinant.
Er hangt ook werk van George Grosz, wT veel meer bij mij binnenkomt, door de heftige impact van de afbeeldingen en de haardunne lijntjes waar hij mee werkt. Bobby is helemaal weg van Rops en koopt bijna alle boeken. Gelukkig plannen we in het nieuwe huis een bibliotheek. Zelf sta ik een tijdje in mij handen met een boek over Rops & Rodin, over omhelzingen. Dat vind ik dan weer mooi. Maar dat is in het Frans en die taal komt bij mij niet zo over.
In een cafétjes waar we een Belgisch bier nuttigen probeer ik een conversatie met de Franstalige ober, die ineens wel 'Jawel mevrouw' of 'Nee mijnheer' kan zeggen, waardoor den Hollander denkt dat hij Nederlands kan gaan praten, maar dat blijkt dan niet zo ge zijn. Hij doet dan om eh ja, waaróm eigenlijk? Pour le plaisir, probeer ik in mijn beste Frans, en hij kijkt mij aan alsof ik iets héél pikants heb gezegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten