Mo vraagt of ik meega naar de Band Zonder Verblijfsvergunning, een groepje van vier muzikanten uit het AZC. Ze treden op in Café Averechts, een 'links' café gedraaid door vrijwilligers. Ik heb er eerder een concertje met Russische folklore meegemaakt, was toen niet zo gecharmeerd van het geroezemoes tijdens het concert. Maar ik vind het erg leuk dat Monique me meevraagt en het is hoe dan ook een belevenis.
Het zijn heel goeie muzikanten, ik denk eind-twintigers, jongens uit Syrië, Libanon, Palestina. Ze spelen vooral klassieke Arabische muziek, maar ook Algerijnse pop. Je verwacht zo soefi-dansers om de hoek.
Dan komen er ineens veertig jongens uit de vluchtelingenopvang het toch al niet zo grote café binnen, tieners, allerlei nationaliteiten. Ze krijgen allemaal een flesje cola of fanta van de zaak. Heel wonderlijk deze Arabische knapen met hun limonadeflesjes tussen bier-en wijn-drinkende Utrechters. En om 22u moeten ze allemaal weer terug. Gehoorzaam lopen ze achter hun begeleidster aan de deur weer uit.
Averechts is normaal nogal een oudere-jongeren-buurtcafé, maar vanavond zijn er ook veel jongere jongeren. En al die (oudere en jongere) jongeren kakelen door de muziek heen. Een grote kwelling voor de muzikanten, zie je, en voor mensen die naar de muziek willen luisteren. Mo en ik worden steeds bozer op de respectloosheid.
Een Nederlandse muzikant leidt accent toe een nummers in. 'Kun je niet zeggen dat de mensen hun kop moeten houden?' vraag ik hem na een uur. Hij duwt me de microfoon in handen. Oeps. 'Ménsen', zeg ik, 'wij komen hier om te luisteren naar de muziek, het is práchtige muziek! Maar wij horen bijna niets door jullie gekakel. Willen jullie álsjeblieft je mónd houden?' Het helpt even.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten