dinsdag 12 januari 2016

Werk

Ik ben weer naar het werk. De laagliggende bolide kan ik in en uit. Dat was het belangrijkste vraagstuk 'Je loopt nog wel heel voorzichtig', stellen de collegae vast.

Omdat me dat leuk lijkt bel ik Ben Tiggelaar. We hebben door mijn week ziekteverzuim vorige week op het nippertje nog 5 pagina's te vullen. In het kader van de Maand van de Spiritualiteit - die a.s. vrijdag begint - heeft Tiggelaar het essay geschreven met als thema 'werk'. Hoe wij mensen ons werk als plezieriger en zinvoller kunnen beleven. Ik heb mij met veel overtuigimgskracht in zijn agenda gewurmd. Ben belt mij, is de afspraak. 'Je houdt van Byzantijnse kerken', opent hij het gesprek. O. Hij heeft me gegoogeld. 'En je komt uit Emmen.' 'Ja', zeg ik, 'en jij uit Veendam.' Dat is een mooie begin. 

Hij wil dat ik het gesprek op band opneem. Dat doe ik niet, zeg ik, want dat kost veel te veel tijd. Ik maak er naar eer en geweten een mooi stuk van en als er iets niet helemaal klopt, dan verbeter je het maar.

Welke plaats heeft spiritualiteit in je leven vraag ik. Hij is namelijk een managementgoeroe, dat slag ken ik niet zo. Ik vind het vaak pakkemansen met veel hoogdravende blabla. Ik associeer dat vakgebied meer met gebakken lucht dan met spiritualiteit. Maar hij blijkt een ware christenziel. Hij wil graag bewerkstelligenen dat we prettiger werken, en zinvoller, en beter.

Zijn boekje opent ermee dat werk tegenwoordig voor ons veel identiteitbepalender is voor ons dan indertijd voor zijn ouders en grootouders. Dus ik denk dat hij ons gaat (be)leren hoe we ándere zaken weer belangrijk kunnen maken. Maar dat is niet zo. Dat zou flauw zijn, zegt hij. Het is zoals het is.

Geen opmerkingen: