Er bellen twee mensen aan. Ik heb een enorme hekel aan collectanten en colpolteurs. Nee, nee, nee. Deze hebben rode jasjes aan en een rode roos. Ik wil ze al bijna hardvochtig wegsturen, maar als ze je een roos geven, dan kun je dat toch niet over je hart verkrijgen?
Ze vragen - geloof ik - wat ik kwijt wil, ik meen dat ze willen horen wat ik van de wijk en de buurt vind. Maar ze blijken ook al materiaal te verzamelen voor hun landelijk verkiezingsprogramma. Daar heb ik geloof ik niet op geantwoord.
Ik heb ze gewoon maar een flinke hart onder de riem gestoken. 'Ik ben PvdA-stemmer', zeg ik. Dat niet helemaal waar. Soms. 'Het is hier heel fijn wonen. Mooi huis, fijne buurt, alle voorzieningen op loopafstand, goede buslijnen, aardige mensen, veilig gevoel. Een gemeente die meewerkt aan het oppimpen van het parkje.' Ze weten niet wat ze horen. Bobby complimenteert mij om mijn vriendelijke woorden. Dat mensen op hun vrije zaterdag langs de deuren gaan om de mensen hun grieven te horen, dan moet je wel een idealist zijn. Ik dacht ook: als ze ook eens een tevreden mensen spreken, dan kunnen ze er weer even tegenaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten