woensdag 3 oktober 2018

Martinique

Exotiek is iets gevoeligs in de kunst (aan het worden). Ik was in het Van Gogh Museum bij de pers-preview van de tentoonstelling over de 19e eeuwse Franse schilders Paul Gauguin en Charles Laval, die is toegespitst op de schilderijen die ze gemaakt hebben op het Frans-Caribische eiland Martinique in 1887. We zien paradijselijk weelderig landschap met palmen en mangobomen, en veelkleurige Afrikaanse vrouwen met manden op hun hoofd. Voortdurend wordt de kijker erop gewezen dat de schilderijen de gekleurde blik tonen van de geprivilegieerde witte koloniaal, en zeker niet de beleving van de afgebeelde zwarte mensen daar weergeeft. De slavernij was op dat moment dan wel afgeschaft, maar de voormalige slaven werkten nog steeds voor een hongerloontje lange dagen op de plantages. Zo relaxed als die vrouwen op de schilderijen afgebeeld staan, zo was het niet. De draagsters liepen dagelijks tientallen kilometers met die zware manden op het hoofd.

Een museum dat dergelijke schilderijen exposeert moet heden ten dage benadrukken hoezeer ze zich dat bewust zijn en de kijker moet zich dat ook bewust zijn. Het geeft iets ongemakkelijks aan het kijken. Mag je er nog wel van genieten of is dat uit den boze?

Gauguin en Laval in het Van Gogh Museum: zij waren  bevriend met Vincent van Gogh, en diens broer Theo van Gogh kocht werk van ze aan. Zo zijn deze kunstenaars en hun werk met het museum verbonden. Wie denkt ‘Eh... Charles Laval, ken ik die? Heb ik iets gemist?’ hoeft zich niet te generen. Bijna niemand kent die naam, ook veel medewerkers van het museum zelf wisten het niet, bekenden ze bij de pers-preview.

Er hangen tientallen schilderijen en schetsen. Ze vertellen over de vriendschap en de reis van vier maanden van Gaugin en Laval naar Martinique. Die reis maakten zij omdat ze op zoek waren naar een ongerepte omgeving en een eenvoudig bestaan. Ze experimenteerden er met hun stijl, met sterkte lijnvoering en vereenvoudigde kleurvlakken en complexe schilderijen.

Die schetsen maken integraal onderdeel uit van de tentoonstelling, omdat je er aan kunt zien hoe Gauguin die schetsen later letterlijk in diverse landschappen toegevoegde. Zoals mensen hun met de telefoon plaatjes maken ter herinnering, zo deden kunstenaars dat voordat er fotografie door middel van schetsen. De conservatoren Maite van Dijk en Joost van der Hoeven zijn naar Martinique geweest om de landschappen te bekijken en te zien waar de beide schilders geweest zijn. 

Bij de tentoonstelling is ook een installatie geplaatst van de hedendaagse Parijse kunstenaar Jean François Boclé, die een reflectie geeft op de tentoonstelling. De installatie heet ‘Hurricane’ en laat vijf ventilatoren zien en horen en fel gekleurde slingers. De kleuren van de slingers verwijzen naar de vlaggen van de landen die de Caribische eilanden gekoloniseerd hebben (Frankrijk, Groot Brittannië, Nederland, Spanje...

Het is goed te begrijpen waarom de installatie toegevoegd is, om kritiek op zulke paradijselijke beelden voor te zijn, en om in beeldende kunst iets te laten zien van de context en discussies over exotiek toen en nu, maar het komt wel een beetje gekunsteld over. 

Hier was ik:

Geen opmerkingen: