Mijn maat Jeroen van de moestuinbakken in de straat gaat verhuizen. Wij tweeën waren doorzettende initiatiefnbnemers en zijn door de gemeente officieel bestempeld als de ‘zelfbeheerders’ of zo. We hebben een handtekening moeten zetten. Met die handtekening maakten we het project mogelijk. Zelfbeheer is een concept dat politici en bestuurders graag aanhangen, maar de ambtenaren wat minder.
Ons werk komt er op neer dat we de bakken verdelen, een appgroep voor de deelnemers opzetten, genaamd Tuyn te Zuylen, en hen opporren af en toe mee te helpen tegen de verwildering. Eigenlijk wil niemand dat, voor velen is de bak zelf netjes houden al erg veel moeite. En als we dan gesnoeid en gewied hebben sturen we een mailtje naar de gemeente of ze het snoeiafval komen ophalen. Dit jaar had ik ook een gevecht tegen de bierkaai dat de nieuwe aannemer die het gras maait in het park dat om ons moestuinstukje wat netter doet.
Ik houd niet van kaarsrechte tuinen maar ook niet van overwoekerde. Men moet een beetje het midden zien te houden. Maar als ik nu uit het raam kijk word ik er best moedeloos van. Het is ook januari, dat is qua tuinen welhaast de ergste maand die er is. Maar de asters die in de perken waren gezet waren dit jaar veel hoger gegroeid dan de vorige jaren en nu uitgebloeid en dood. Vreselijk.
Van de week appte Jeroen dat hij ten afscheid in zijn deel van het perk de herfstasters weggeknipt had. Ik zag het. Het verschil tussen ‘zijn’ en ‘mijn’ helft was ineens heel groot. Bij mij louter wildernis. Dus ik er vandaag ook tegenaan. Ik houd helemaal niet van lichamelijk werken. Twee uur ben ik bezig geweest en nog is het niet klaar. En spierpijn! Maar voor zover dat je klaar bent is het wel een opluchting. Voor even heb je het gevoel afgewend dat het je allemaal boven het hoofd groeit.
En uit mijn moestuinbak kan ik nog een paar spruitjes oogsten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten