Reenske en Jon zeggen trouwens dat ik mij bewonderenswaardig kalm gedraag als ik de kwestie van mijn fiets op het Centraal Station uiteenzet. Zij zouden al láng in stampvoeten en huilen zijn uitgebarsten. Ja? vraag ik gretig, omdat zo graag bewonderenswaardig kalm zou willen zijn maar mijzelf niet altijd zo ervaar. Ja! zeggen ze.
Gisteren ben ik drie keer naar het CS geweest. De fiets stond nog steeds vast. Die remkabel zou met een imbussleutel los moeten, dat zie ik, al zie ik niet op welke plek precies. Er zijn meerdere plekken waar men met imbussleutels de boel zou kunnen demonteren, maar dat blijft mij bespaard, want ik heb de imbussleutels niet bij mij. Vinnie adviseert mij naar de 'toezichthouders' op de fietsflat te gaan. Nu heb ik daar niet al te hoge verwachtingen van, maar je weet het niet. Nooit geschoten is altijd mis.
Dus ik voor ik bij Reenske ga eten bij de toezichthouder langs. Het is een beetje een seupele jongeman (seupel is een schitterend Drents woord waar een Nederlandse equivalent van ontbreekt), maar nu ik afhankelijk van hem ben moet mijn kritische zin even uit. Wat heeft u gestudeerd, vraag ik, bent u fietsenmaker? Nee, voor dit beroep hoef je echt niets te kunnen, zegt hij. Hij ziet het probleem onmiddellijk en maakt er een Heel Leuk Grapje over, namelijk dat de eigenaar van de fiets die aan de mijne geklonken is op Wereldreis is gegaan. Hij wil mij wel helpen, maar bij de imbussleuteltelset kan hij even niet, want hij is zijn sleutels van het gereedschapskluisje vergeten. Maar over een half uur komt zijn collega hem aflossen. Als ik een half uurtje heb?
Na dat halve uur sloopt hij mijn remkabel vakkundig en is de fiets los van de buurman. Of ik mijn eigen sloten er nu even afhaal, dan kan hij de kabel weer vastmaken. Blijk ik zelf de verkeerde sleutelbos bij mij te hebben! Ik word een beetje nerveus, want Reenske's nasi staat inmiddels al wel erg lang te pruttelen. Hij zegt: 'Gaat u maar naar uw afspraak, ik maak hem zo wel vast.'
Enfin. Vannacht van Reenske lopend naar huis gegaan en vanmorgen wéér naar het CS. De remkabels wapperen vrolijk in de rondte. Hij heeft het helemaal niet meer vastgemaakt. De toezichthouder van hedenochtend is zo mogelijk nog seupeler dan de vorige. Nee hoor, zegt deze, dat doen wij niet. Gaat u maar naar de Bewaakte Stalling. Maar de medewerker van de bewaakte stalling zegt ook: 'Nee mevrouw, dat doen wij niet. Nee, echt niet, dat doen wij niet. Nee! U moet naar een echte fietsenmaker. Kijk, die remkabel is helemaal kapot.'
Nu ben ik weer thuis. Lopend langs de grachten met de fiets aan de hand. Want zonder rem kan men niet fietsen. Ik huil en stampvoet nog steeds niet. Maar wel bijna. Eerst maar eens een kopje koffie.
Dus ik voor ik bij Reenske ga eten bij de toezichthouder langs. Het is een beetje een seupele jongeman (seupel is een schitterend Drents woord waar een Nederlandse equivalent van ontbreekt), maar nu ik afhankelijk van hem ben moet mijn kritische zin even uit. Wat heeft u gestudeerd, vraag ik, bent u fietsenmaker? Nee, voor dit beroep hoef je echt niets te kunnen, zegt hij. Hij ziet het probleem onmiddellijk en maakt er een Heel Leuk Grapje over, namelijk dat de eigenaar van de fiets die aan de mijne geklonken is op Wereldreis is gegaan. Hij wil mij wel helpen, maar bij de imbussleuteltelset kan hij even niet, want hij is zijn sleutels van het gereedschapskluisje vergeten. Maar over een half uur komt zijn collega hem aflossen. Als ik een half uurtje heb?
Na dat halve uur sloopt hij mijn remkabel vakkundig en is de fiets los van de buurman. Of ik mijn eigen sloten er nu even afhaal, dan kan hij de kabel weer vastmaken. Blijk ik zelf de verkeerde sleutelbos bij mij te hebben! Ik word een beetje nerveus, want Reenske's nasi staat inmiddels al wel erg lang te pruttelen. Hij zegt: 'Gaat u maar naar uw afspraak, ik maak hem zo wel vast.'
Enfin. Vannacht van Reenske lopend naar huis gegaan en vanmorgen wéér naar het CS. De remkabels wapperen vrolijk in de rondte. Hij heeft het helemaal niet meer vastgemaakt. De toezichthouder van hedenochtend is zo mogelijk nog seupeler dan de vorige. Nee hoor, zegt deze, dat doen wij niet. Gaat u maar naar de Bewaakte Stalling. Maar de medewerker van de bewaakte stalling zegt ook: 'Nee mevrouw, dat doen wij niet. Nee, echt niet, dat doen wij niet. Nee! U moet naar een echte fietsenmaker. Kijk, die remkabel is helemaal kapot.'
Nu ben ik weer thuis. Lopend langs de grachten met de fiets aan de hand. Want zonder rem kan men niet fietsen. Ik huil en stampvoet nog steeds niet. Maar wel bijna. Eerst maar eens een kopje koffie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten