woensdag 26 september 2018

Mijn Amsterdam

Leen en ik hebben afgesproken in Theater Frascati. Vanaf het Amsterdam CS neem ik de Noord-Zuidlijn. Mijn eerste keer. Het is maar één halte naar het Rokin, maar toch. Er is zo hoog opgegeven over die nieuwe Noord-Zuidlijn, dat wil ik nu eindelijk wel eens beleven. 

Eigenlijk is het niks bijzonders, moet ik zeggen, het is gewoon een metro. Niet zo druk als in andere wereldsteden. Ook niet zo kleurig. Wel snel en efficiënt, maar eigenlijk niet zoveel aan.

Het uitstappen op het Rokin (bij het Spui) is wél een belevenis. Wat een entree! Wat een hap uit de straat! Bij de terugtocht naar CS stap je uit aan de IJ-zijde van het station. Het is net alsof je op Schiphol belandt, allemaal van die winkeltjes in de nacht. Waar ben ik? Waar zijn de treinen? Heel heel heel vervreemdend.

In Frascati zitten we ook nog eens tussen allemaal bijzonder weirde jongeren. Volgens Leen zijn het studenten van de Toneelschool. Deze types heb je niet in Utrecht, zeg ik. Nee, en al helemaal niet in Zuilen, lacht Leen.

De Nes ligt helemaal open. Er hangen felle spots boven de straat. Had ik maar foto’s gemaakt. De hele avond heb ik het gevoel dat ik door een filmdecor beweeg van een vervreemdende film. Een droom. Mijn Amsterdam is mijn Amsterdam niet meer.

Als ik lopend of met de tram was gegaan had ik deze ervaring niet gehad. Dan was er niets veranderd. Dan was Amsterdam gewoon Amsterdam geweest.

Geen opmerkingen: