Bobby, die alles weet van Duitse en Russische kunst en cultuur en politiek van begin 20e-eeuw, kent tot mijn verbazing de naam Alexej Jawlensky niet. Die naam staat sinds mijn studietijd in mijn visueel geheugen gegrift, door dit schilderij. Ik weet niet of ik het ergens in het echt heb gezien, of door een ansichtkaart. In die tijd spaarde je kunst-ansichtkaarten. Ik ben er altijd van uitgegaan dat het een vrouw was, althans ik zag er een androgyne vrouw in. Die kleuren, die kracht in die ogen. Die roos. Zelfbewustzijn, trots, spot en pijn, wat zie je er allemaal wel niet in. Diepe herkenning voelde ik ermee. Zo wilde ik ook zijn: expressief, beetje extravagant. Nu kun je een plaatje googelen en weet je meteen alles. Het is de Russische danser Alexander Sacharoff, geschilderd in 1909. Een androgyne man. Ja dat kan ook.
Die kleuren. Mooi citaat van Jawlensky staat erover in de catalogus: 'Ik begon iets te schilderen om met kleuren uit te drukken wat de natuur mij influisterde. Met hard werken en de grootste inspanning vond ik gaandeweg de juiste kleuren om uit te drukken wat mijn geestelijke ik verlangde. elke dag schilder ik kleurrijke Variaties, steeds geïnspireerd door de respectieve stemming van de natuur in combinatie met mijn geest.'
In de zaal met portretten in de tentoonstelling ‘Expressionisme en devotie’ van Alexej Von Jawlensky hangt dit schilderij helaas niet. Wel een ander beroemd portret, dat in het bezit is van het Gemeentemuseum. Hij heeft nogal particuliere opvattingen over het portret. Hij kruipt helemaal in het wezen van de te portretteren persoon. Uiteindelijk gaat het portret ook niet meer om die persoon, maar om het gevoel dat hij wil uitdrukken. Hij was bevriend met Kandinsky die een groot pleitbezorger is voor het spirituele in de kunst. Jawlensky noemt dat dat in zijn kunst het uiterlijke en innerlijke zich verbinden tot een synthese. Hij worden een soort universele portretten. Dat hij uit Rusland komt met zijn traditie van iconen ligt aan de bron daarvan.
Hij werd in 1864 geboren in Rusland in een adellijk gezin. Volgde net als zijn vader een militaire opleiding, maar begon rond 1890 ook een kunstopleiding. In 1896 verhuisde hij naar München. Bij het uitbreken van WO-I in 1914 moet hij overhaast verhuizen naar Zwitserland, waar hij met de zijnen in een klein huis komt te wonen en waar zijn werk totaal verandert. Hij kan niet meer die grote uitbundig gekleurde werken maken en schildert het uitzicht uit een kamertje in zijn huis. Steeds hetzelfde raam, steeds hetzelfde uitzicht. Als hij later weer portretten gaan maken worden die steeds abstracter. vanaf dan wordt duidelijk dat het schilderen van series zijn ding is. Op die series die meditaties worden genoemd legt deze tentoonstelling heel erg de nadruk. Jawlensky is ermee een belangrijke voorloper van de minimal art in de jaren zestig.
Intrigerend in zijn biografie is het gegeven dat Jawlensky twee vrouwen had. En dat ze in de verschillende bronnen totaal anders benoemd worden. De schilderes Marianne von Werefkin die hij tijdens zijn kunstopleiding in Sint Petersburg leert kennen, wordt zijn 'partner' genoemd, of zijn 'mecenas'. Ze woonden en werkten wel 30 jaar samen. En er was ook een geliefde Helene Nesnakomoff, met wie hij in 1902 een zoontje Andreas kreeg. Ergens lees ik dat zij al vanaf haar negende het dienstmeisje van Werefkin was, en ergens dat hij op haar zeventiende met haar trouwde. En ze woonden dus met zijn allen. Alexej was dus enorm spiritueel angehaucht en deed ook veel aan yoga. Kijkende naar zijn zelfportret kun je je dat helemaal niet voorstellen. Wat voor huishouden zal dat geweest zijn? Alles en iedereen in dienst van de spirituele papa.
Meer over de tentoonstelling
Meer over de tentoonstelling
Geen opmerkingen:
Een reactie posten