donderdag 17 september 2009

Burlen

Hóór je dat dan niet? vragen Zuslief en Zwager ongelovig. Nee ik hoor het niet, het burlen. Nacht na nacht die ramen open. Maar weet ook niet hoe het klinkt en waar ik naar moet luisteren. Het was echt heel hard, zeggen ze. Stamp dan op de vloer als je het weer hoort, zeg ik. De laatste nacht wordt Bobby er wakker van. Hóór je het niet? Nee ik hoor niets. Nou misschien toch, dit geluid?

De laatste avond maken we grappen over het aanstaande verjaardagsfeest dat Zuslief staat te wachten met maar liefst 73 gasten. Ze vindt het wel jammer dat wij er niet bij zijn, want wij zijn echte aanjagers en hebben altijd goede ideeën voor vermaak. Zoals: Kun je de gasten niet een wedstrijd burlen laten doen? O Henk! Wat burl jij prachtig. Burl nog wat méér! Of een dropping diep in de uitgestrekte bossen? Of beter nog: we droppen de oma's in de bossen en dat de gasten ze dan zoeken. We snikken van het lachen, o wat zijn wíj leuk. Kwik luistert met ongelovig opengesperde ogen naar dit stadse slap geouwehoer.

Geen opmerkingen: