zondag 20 juni 2010

Kijkavond

Nu de nieuwe boekenkast er staat begint het project 19 verhuisdozen. In twee ervan zitten oude gordijnen die ik nog moet wassen en weggeven, die zijn gemakkelijk. In de andere dozen zit onvoorspelbaar verleden.

Sommige zijn nog van vóór de vorige verhuizing. Toen in de gangkast gepleurd en nooit meer ingekeken. Andere dozen bevatten materie van de planken in de vorige slaapkamer, de gangkast, de studeerkamer en de zolder. Allemaal beetje onbestemd, van het genre wat-moet-ik-ermee-maar-het-mag-niet-weg. Daar ga ik me vandaag in begeven. Oude dagboeken. Oude agenda's. Oude foto's. Oude bladen waar ik voor gewerkt hebt. Reisgidsen. Woordenboeken. Boeken over literatuur. Boeken over journalistiek. Managementboeken. Zoals de carrière ging. De poëzie en de boeken over de ziel mogen in het kapelletje.

Ooit was ik in Mecklenburg-Vorpommern in een Bücherhotel dat helemaal vol stond met Bücher. Leuk, denk je, maar het is niet echt leuk als het allemaal oude boeken zijn die niet gerangschikt zijn. Boekenkasten krijgen alleen betekenis door de rangschikking van de boeken. Eigenlijk heb ik maanden geleden bij de verhuizing grof gerangschikt, maar het openen van de 19 dozen (Simsalabim) dwingt me alle kasten te herbezien.

Alles wil ik natuurlijk onmiddellijk inscannen en bloggen, het is bijzonder moeilijk om niet in de inhoud van al die dozen verzeild te raken. Nee, Lucie Theodora, dat kan altijd nog. Maar als ik nu besluit dat zo'n doos naar de berging moet, dan kan het weer jaren duren (tot de volgende verhuizing) tot ik het weer tegenkom. Jeuzel jeuzel. Nee, éérst dozen leeg en betekenis van dit alles creëren door ordening. Dat is de opdracht. En daar kom je niet als je er in duikt.

Ik houd me lange tijd bij de les, maar ga om bij een plastic tasje met oude schriften. Lagere school, middelbare school. Aardrijkskunde, rekenen, opstellen, versjes, psalmen. Nu laat ik me toch verleiden. In een schriftje heeft Vati geschreven. Blijkbaar schreef men bij een Kijkavond in het schriftje. Dit moet van de Johannes Postschool geweest zijn. In de tweede klas schat ik in, bij Juf Dokter of Juf Burgstee. Dat handschrift van Vati, uit duizenden te herkennen. En dan die antwoorden die ik er blijkbaar de volgende ochtend bij schreef. O! Het hart breekt bijna. En dan gaat het tasje met de schriften naar de berging.

Geen opmerkingen: