Gisteren nòg een nieuwe schat op de kop getikt: een vogeltje dat tjiept als je er langs loopt. Bij spiriwinkel De Roos aan het Vondelpark, waar ik de kussens kocht, hebben ze zo'n diertje bij de ingang op de grond staan. Elke keer als er een nieuwe klant de winkel binnenloopt gaat er geen bel of een gong af, maar hoor je een vogeltje. Een goudvinkje dat je komst aankondigt. Ik gelijk enthousiast.
Dus toen ik op de Albert Cuyp bij mij lievelings Chinese mevrouw kwam, die mijn lievelings-blingbling-leesbrillen verkoopt (er waren er weer enige kwijt en stuk) het diertje te koop zag, heb ik het zonder twijfel en dralen aangeschaft. Ik was niet de enige, zei de Chinese mevrouw, het vogeltje ging erg hard deze week. Zal wel van de herfst komen en het gebrek aan zomer.
Ooit was ik bij schrijfster Charlotte Mutsaers op bezoek, om haar te interviewen over de kwestie Meulenhoff die ooit de gemoederen hoog opzweepte maar nu bijna iedereen wel weer vergeten is, en zij had ook zo'n vogeltje. Als je er naar zoekt vind je het niet. Dat is een diepe wijsheid. En dan ineens komt het zomaar op je pad. Dat was zo met dit vogeltje.
Hij staat mooi, daar voor mijn tekening van het mosbos. Zweden 2005. Natuurlijk was ik benieuwd of Vespa er hysterisch van zou worden, maar dat is niet zo. Blijbaar tjiept het dier niet zo levensecht dat zij het als een mogelijke prooi herkent.
Heb Bobby ook een gegeven. Hij nam het een beetje gereserveerd in ontvangst. Wat nu weer. Als je het niet wilt is het ook goed, zei ik beledigd, dan neem ik het wel weer mee terug. Maar het staat nu in zijn boekenkast en het mag helemaal niet meer mee terug. Elke keer als het vinkje tjiept (en ik loop er natuurlijk steeds langs, om het te láten tjiepen) straalt hij. Zie je wel dat je het leuk vindt! zeg ik dan gelijkhebberig. Maar hij zegt dat dat stralen komt omdat ìk er zo van geniet. Dat is ook goed.
Dus toen ik op de Albert Cuyp bij mij lievelings Chinese mevrouw kwam, die mijn lievelings-blingbling-leesbrillen verkoopt (er waren er weer enige kwijt en stuk) het diertje te koop zag, heb ik het zonder twijfel en dralen aangeschaft. Ik was niet de enige, zei de Chinese mevrouw, het vogeltje ging erg hard deze week. Zal wel van de herfst komen en het gebrek aan zomer.
Ooit was ik bij schrijfster Charlotte Mutsaers op bezoek, om haar te interviewen over de kwestie Meulenhoff die ooit de gemoederen hoog opzweepte maar nu bijna iedereen wel weer vergeten is, en zij had ook zo'n vogeltje. Als je er naar zoekt vind je het niet. Dat is een diepe wijsheid. En dan ineens komt het zomaar op je pad. Dat was zo met dit vogeltje.
Hij staat mooi, daar voor mijn tekening van het mosbos. Zweden 2005. Natuurlijk was ik benieuwd of Vespa er hysterisch van zou worden, maar dat is niet zo. Blijbaar tjiept het dier niet zo levensecht dat zij het als een mogelijke prooi herkent.
Heb Bobby ook een gegeven. Hij nam het een beetje gereserveerd in ontvangst. Wat nu weer. Als je het niet wilt is het ook goed, zei ik beledigd, dan neem ik het wel weer mee terug. Maar het staat nu in zijn boekenkast en het mag helemaal niet meer mee terug. Elke keer als het vinkje tjiept (en ik loop er natuurlijk steeds langs, om het te láten tjiepen) straalt hij. Zie je wel dat je het leuk vindt! zeg ik dan gelijkhebberig. Maar hij zegt dat dat stralen komt omdat ìk er zo van geniet. Dat is ook goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten