We hadden een bijlage gemaakt, een special. Over die beurs in de Jaarbeurs. De eerste week van januari hadden we ons er het leplazarus aan gewerkt. Daar ter plekke bevroegen wij de standhouders en bezoekers wat ze vonden. Die mopperden dat de electriciteit het niet deed en dat de broodjes zo duur waren. Maar verder was de sfeer goed, in elk geval een stuk opgewekter dan de jaren hiervoor. Dat schreven wij allemaal op. Daar kwam vandaag kritiek op van een onzer vaste criticasters. Notoir.
Iedereen moet kunnen zeggen wat hij vindt. Dat vind ik echt. Maar ik baalde toch. Het is niet waar. 'Mediapartners?' Ze hadden ons niet eens bedankt, onze vrinden!
Na het champagnemomentje maandag vroeg ik: Mag ik wat vragen? Waarom hebben jullie niet gereageerd toen onze special in de bus viel? Een bedankje! Of: Wat een shit! Whatever. Ik snáp het wel, dat kwam natuurlijk omdat ze zelf stijf van de stress stonden. Inderdaad. Ze hadden gejuicht toen het vakblad binnenkwam! Zo mooi vonden ze het. Hm, zei ik. Wij zijn ook maar mensen hoor.
Nens & Toni (foto HvH, zonder toestemming door mijzelve 'bewerkt'). Hem noem ik graag Toni Macaroni. Mij noemt hij sindsdien Luci Vermicelli. Je hebt een aanbidster, zei RoRo7. Om het goed te maken bezorgde Nens ons een hele grote bos bloemen. Prachtig. Paars en wit. Nens en ik huggen. Alles weer goed. Mag ik je ook zoenen? vroeg Toni. Altijd, zei ik welwillend.
Misschien stond de notoire criticaster toen wel om het hoekje te kijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten