Omdat ik al voorzien had dat ik 2 januari in coma zou doorbrengen had ik mijzelf op Oudejaarsdag een doosje 'toverviltstiften' cadeau gedaan. Tien stiften, twintig kleuren. Zo is er een grijze stift met een roze dop. Als je daarmee kleurt dan krijg je grijs, logisch, maar als je met de bijgevoegde witte stift over dat grijs heen kleurt krijgt je roze. De mooiste combinatie is de zwarte stift die goud kleurt als je er met wit overheen gaat. Het kan vast niemand wat schelen, maar ik word daar enthousiast van.
Reeds op Oudejaarsdag voorzag ik mijzelf wel weer een mandalaatje inkleuren, als ik eenmaal uit de comateuze staat zou wederkeren. Maar niet met kleurpotlood. Deze viltstiften leken mij een uitstekende oplossing voor een gelaagdheid van kleuren. Dus heb ik 's nachts van tien tot twee zitten kleuren, puntje van de tong uit de mond. Bobby vindt het een gave, dat ik op deze leeftijd nog zo enthousiast van viltstiften kan worden. Het schijnt helemaal niet raar of genant te zijn. Hij beweert tenminste dat Carl Gustav Jung als het hem allemaal teveel werd met blokkendozen ging spelen. Ik vind het een wonderlijk verhaal, maar Jungiaans filosofisch- en analytisch therapeut/DUC-docent Vrije Leergangen en Trainingen/auteur Christina Moormann bevestigt het.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten