Ik blader door het fotoboek des levens. Hier was Mutti met alle zes haar kroost op het Noordzeestrand. Het zal zo 1964/1965 geweest zijn. Morgen brengen we haar naar Wilnis. We staan allemaal in de startblokken en strak van de spanning. Hoe zal het daar zijn? Hoeveel tijd zal er nog zijn?
Om half twee word ik te Wilnis verwacht. Dan komen er enkelen met een busje aanrijden, die morgenvroeg al om 10 uur in Emmen zijn gaan inladen. De kans is groot dat de bus veel te vol is met dierbare zaken. Dan moeten we in anderhalf uur beslissen wat er wel en niet in die kamer past.
Om 16 uur zal Mutti arriveren. Ik blijf dan de middag en de avond bij haar. Ik heb geloof ik even niet zoveel verhalen meer.
O weemoed weemoed bovenal, om wat er van ons worden zal, om al wat is en wat zal wezen, en waarvan niets ons kan genezen...
O weemoed weemoed bovenal, om wat er van ons worden zal, om al wat is en wat zal wezen, en waarvan niets ons kan genezen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten