Het wordt misschien een beetje saai, maar mijn logé uit Australië (ze is nogal dominant aanwezig in mijn huidige leven) zegt vlak voorafgaand aan het volgende concert dat ze nú vandaag een hairdresser nodig heeft. Aan mijn andere kant zit een Amerikaanse dame (al voor de 5e keer bij het Festival) dat ze net bij een fábulous hairdresser is geweest, dus daar gaan we na het concert naar toe.
Terwijl ik wacht tot Marilyns haar gedaan is vraag ik aan de kapper die even tijd over heeft om advies over mijn haar. Het is nu waar het nog kleur had inmiddels wit met strogeel en het nieuwe grijzende peper en zout groeit uit en uit. ‘Wat dénk je?’ vraag ik. ‘Ik wil weer graag rosse krullen, zoals ik had.’
Hij keurt mijn haar met een kennersblik. Heerlijk. Hij vindt het mooi zoals het wit is aan de haargrens vóór. Dat valt niet meer te verven volgens hem, want daar zit geen pigment meer in. Hij snapt dat ik peper-en-zout saai vind, maar hij denkt dat ik zou kunnen overwegen om toch het zo te laten, omdat het puur wit aan de slapen het zo markant maakt. En het moet korter en pittiger. Hij stelt voor dat hij er een nieuw model in knipt, dan ben ik al een deel van die strogele krullen kwijt en dan kijken we hoe het zich ontwikkelt. Er zit nog wel slag in, meent hij. We maken een afspraak. (Ik voel me natuurlijk enorm ontrouw aan mijn Poolse kapster).
Meer over mijn nieuwe kapper (Vincent), die meedoet aan De Beste Kapper van Nederland:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten