woensdag 1 juli 2009

Wachten tot hij belt

Ergens in mijn periferie loopt een professor rond die ik nogal leuk vind. Die wil ik wel leren kennen. Ze is een nogal meisjesachtig type in een machovak midden in een machowereld. En heel hoog in de hiërarchie. Ik heb haar al een paar keer voorgesteld samen te gaan eten. Ze wil wel, zegt ze dan, maar ze kan nooit. Maar laatst op ons vrolijke Event aan Zee was ze er ook en toen wilde ze ineens wel. Vanavond is het zo ver. Ik kies het terras van Vertigo in het Vondelpark. Ze houdt erg van Amsterdam al woont zelf op de biblebelt. In plaats van dat ik haar haar hele arbeidzame leven uit de doeken laat doen zodat ik die machowereld een beetje beter leer kennen, geeft ze me een lesje 'mannen'.

Wat ze me leert: Mannen vinden dat ze slim zijn. Mannen vinden zichzelf erg intelligent. maar ze zijn heel primitief. Ze houden er erg van je te doceren. Hij zal het nooit zeggen, maar er zijn drie tekenen waaruit je kunt afleiden dat een man van je houdt: hij wil voor je betalen, hij wil je beschermen en hij wil dingen voor je fiksen. Als hij dat niet wil, dan is er iets mis. Haar les: jeuzelen doe je bij je moeder en je zus, nooit bij je amant. Je moet hem nóóit laten weten dat je hem wilt. Je moet hard to get blijven. Nooit zelf bellen. Wacht jij tot hij belt? vraag ik ongelovig. Je moet wachten tot hij belt, zegt ze.

Ze heeft een boek over de kwestie dat ik wel mag lenen. Hoe weet je eigenlijk dat ze professor is, vroeg Bobby gisteren nog.

Geen opmerkingen: