Vanaf dat ik binnenkom, uur of elf, is Mutti al opgewonden. 'Wat zijn je plannen? Wanneer ga je koken?' Ik heb in mijn tas de ingrediënten door de aardappelsalade met pesto, courgette, salami en rucolasla. 'Ik heb nog maar net ontbeten', pruttel ik. Dit onderdeel warm eten op het midden van de dag is een van de moeilijkste van het bezoek aan Emmen. Haast nog moeilijker dan tweemaal 9 kwartier rijden. 'Heb u honger dan?' 'Nee', zegt ze, 'maar ik heb zo'n zin!' Nou, vooruit dan maar.
Het andere moeilijk ding is dat ze na afloop van het eten gaat lezen. Tegenwoordig leest ze niet meer uit de Bijbel, maar uit een soort lekenprekenboekje. Het is een gevoelig punt. Vroeger las wijlen mijn goede vader dagelijks langdurig uit de Bijbel, liefst over het weerspannige volk Israël dat door de goede god gekastijd werd wegens die weerspannigheid - en dat sloeg op ons. Ik zit nog elke keer schrap wat ze nu weer gaat lezen en welke boodschap ze me nu weer indirect meegeeft. Vandaag gaat het over evangeliseren en dat je beter bij je familie kunt beginnen dan in het verre Afrika of China. En dat je de boodschap niet te moeilijk moet maken, maar gewoon vertellen dat je de Messias ontdekt hebt. O god, denk ik, néé! Ja dus.
Sinds mijn 18e ben ik officieel afvallige - eigenlijk al sinds mijn tiende, maar dat gold toen niet. En dat is niet eenvoudig voor een strenggereformeerde moeder die gelooft dat er geen keuze is dan de Hemel of de Hel. En wie niet voor de Hemel kiest, die krijgt de Hel. De spelregels zijn zo gegroeid dat zij aan het eind van de maaltijd die stukjes voorleest en dat ik zwijg. Bij de andere ongelovige kinderen gaat dat net zo. Het is een beetje ongemakkelijk, maar soit. Vroeger werd ik woedend, meer dat is niet meer zo.
Nu begint ze - geïnspireerd door het stukje dat ze voorleest - een gesprek. Waarom ik niet wil geloven. Ik zwijg wel twee minuten. 'Ik vind het een angstigmakend geloof', komt er dan, 'met dat gedreig met de Hel. Ik vind dat niet sympathiek. En jullie veroordelen iedereen die niet net zo denkt. Dat is een beetje raar. Waarom zouden jullie het juiste geloof hebben? Er zijn zoveel andere geloven. Katholiek, islam, joods, om maar te zwijgen van hindoeïsme, boeddhisme...'
'Maar hoe moet het dan als je onverwacht komt te sterven', vraagt ze.
'Geen idee', zeg ik. 'Dat weet bijna niemand.'
'Ik weet het wel', zegt ze. 'Het staat in de Bijbel. En de Bijbel is Gods Woord. En Gods Woord is Waar. Daar kun je niet omheen. En wij hebben het je geleerd. Wie in Mij gelooft zal het Eeuwige Leven hebben.'
Dan gaan we maar afwassen.
Sinds mijn 18e ben ik officieel afvallige - eigenlijk al sinds mijn tiende, maar dat gold toen niet. En dat is niet eenvoudig voor een strenggereformeerde moeder die gelooft dat er geen keuze is dan de Hemel of de Hel. En wie niet voor de Hemel kiest, die krijgt de Hel. De spelregels zijn zo gegroeid dat zij aan het eind van de maaltijd die stukjes voorleest en dat ik zwijg. Bij de andere ongelovige kinderen gaat dat net zo. Het is een beetje ongemakkelijk, maar soit. Vroeger werd ik woedend, meer dat is niet meer zo.
Nu begint ze - geïnspireerd door het stukje dat ze voorleest - een gesprek. Waarom ik niet wil geloven. Ik zwijg wel twee minuten. 'Ik vind het een angstigmakend geloof', komt er dan, 'met dat gedreig met de Hel. Ik vind dat niet sympathiek. En jullie veroordelen iedereen die niet net zo denkt. Dat is een beetje raar. Waarom zouden jullie het juiste geloof hebben? Er zijn zoveel andere geloven. Katholiek, islam, joods, om maar te zwijgen van hindoeïsme, boeddhisme...'
'Maar hoe moet het dan als je onverwacht komt te sterven', vraagt ze.
'Geen idee', zeg ik. 'Dat weet bijna niemand.'
'Ik weet het wel', zegt ze. 'Het staat in de Bijbel. En de Bijbel is Gods Woord. En Gods Woord is Waar. Daar kun je niet omheen. En wij hebben het je geleerd. Wie in Mij gelooft zal het Eeuwige Leven hebben.'
Dan gaan we maar afwassen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten