Ik rijd een nieuwe rollatorman die dagelijks zijn demente vrouw bezoekt. Tot zijn knie-operatie had hij nog gemantelzorgd, maar nu ging het niet meer. Ze heeft daar in dat huis nogal een sterke wil. Niet willen eten, geen incontinentieluiers aan. De verzorging heeft er maar wat mee te stellen. Ze kent u nog wel, vraag ik. Ja, ze kent me nog wel.
Een hindoestaanse dochter die heel goed voor haar demente vader zorgt vertelt dat ze hem meegenomen heeft naar de gigantische kerstafdeling van tuincentrum Vechtweelde. Daar houdt hij van. Dit is denk ik de laatste keer.
Een oude Surinaamse mevrouw in Overvecht-Zuid moet naar onze huisarts aan de Amsterdamsestraatweg. Ze is benauwd, ze spuugt slijm, ze wil het raam wijd open en ze zegt dat ze niet kan lopen van duizeligheid. Heeft u kinderen, vraagt ze. Nee, zeg ik. Dat is maar beter ook, zegt ze. Kinderen zijn allemaal onrust.
En zo meer. En allemaal staan ze buiten te blauwbekken tot ik kom.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten