Gelezen: de roman Thuishaven van Judith Hermann. Weer een boek van een Duitse schrijfster over het Noord-Duitse platteland. Hermann is een Berlijnse van 1970, dus 55 inmiddels, met ook een huis in Ostfriesland. Als ik aan ChatGPT vraag of ze een partner heeft en/of kinderen dan komt er een weifelend antwoord. Waarschijnlijk een zoon. En een bron noemt een relatie met een fotograaf.
In dit boek gaat een vrouw van tegen de vijftig wonen op Duitse platteland. Onder de dijk. In haar eentje. Ze heeft er een broer wonen met een café waar ze kan haar inkomen kan verdienen. Deze broer heeft een heel jonge vriendin, een soort pleegkind. De hoofdpersoon heeft ook een zonderlinge buurvrouw met wie ze bevriend raakt. Die heeft op haar beurten weer een zonderlinge broer, een varkensboer met schuren vol krijsende varkens. En een dochter die over de wereld reist en bijna nooit contact opneemt behalve dan dat ze coördinaten doorgeeft. Ze heeft een ex-man die een verwoed verzamelaar is, een hoarder. Met hem schrijft ze brieven over vroeger. Hij is de enige link naar vroeger.
Het leven wordt beschreven met veel gevoel voor sfeer en detail. Maar niet wordt haar hele levensloop uit de doeken gedaan. Flarden. Het is mooi.
Ik ervaar overeenkomsten met het leven hier. De nieuwe vriendinnen die ik in Utrecht heb leren kennen. Ik was 58 toen ik er kwam wonen. Met een aantal ben ik echt heel vertrouwd. Toch ken je elkaars levensgeschiedenis maar een heel klein beetje. Als mensen van nu stukjes uit hun leven vertellen verlies je als toehoorder al gauw het overzicht. Daar doet me dit boek aan denken.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten