zaterdag 27 december 2008

Charley T.

Maar als Lucie Theodora naar De Kunsthal was, waar was Bobby dan ineens gebleven? Of was die vast vooruit gespoed naar zijn Moedertje? Bobby wilde naar het Boijmans van Beuningen, zijn lievelingsmuseum, waar momenteel een overzichtstentoonstelling te zien is van Charley Toorop. Daar ben ik ook nog een half uurtje geweest - ja, inderdaad, veel te kort. Dat is wel fijn van Kerstvakantie: tentoonstellingen kijken.

Toorop (1891-1955) geldt als de krachtigste vrouw in de Nederlandse schilderkunst van de twintigste eeuw. Haar oeuvre geldt als eigenzinnig, zelfbewust en sociaal bewogen. De (zelf)portretten zijn het meest bekend, maar ze maakte ook hele andere dingen als stillevens en tuinbeelden. Haar schilderijen van appel- en perenbomen vond ik erg mooi, maar daar staan geen plaatjes van op internet.

Ik ben erg voor 'krachtige vrouwen', maar niet van het cliché. Ik wil graag invulling van het beeld. Hoe leefde ze? Hoe deed ze dat: een bohemienleven leiden, veel vriendschappen onderhouden? En een gezin erop nahouden? Later was ze geloof ik met Arthur Lehning. In de tekst bij de schilderijen kom je eigenlijk er maar weinig over te weten. Drie kinderen had ze: twee zonen en een dochter. De site van Boijmans geeft toch wel enige uitsluitsel. Ze begon in Amsterdam, maar na een mislukt huwelijk - met Henk Fernhout - waaruit drie kinderen werden geboren, vestigde ze zich in Bergen. Haar huis ‘De Vlerken’ was de ontmoetingsplaats voor een bijzondere kring van kunstenaarsvrienden. Piet Mondriaan, Adriaan Roland Holst en Gerrit Rietveld maakten er deel van uit. Maar van Arthur Lehning is daar geen sprake.

Nu zie ik dat bij uitgeverij Bas Lubberhuizen een antwoord op mijn vraag verschenen is. Het boek Zelfportret van een liefde. Charley Toorop en Arthur Lehning door Toke van Helmond-Lehning. Flaptekst: 'Charley Toorop en Arthur Lehning. Van naam kenden zij elkaar al langer maar pas toen zij in 1928 elkaar bij toeval in de trein van Den Haag naar Amsterdam ontmoetten, sloeg er een vonk over. Het werd het begin van een gepassioneerde verhouding. In veel opzichten vormden ze het ideale paar: zij schilderes en hij schrijver, actief in politiek en cultuur – beiden mooie mensen, beiden actief deelnemend aan het leven van hun tijd – het interbellum, beiden met een gedeelde belangstelling voor literatuur, kunst en cultuur. Toch voorvoelde Charley Toorop al snel de moeilijkheden die hun liefde bedreigden: ik heb één heer en meester, dat is ’t ongelukkige: m’n werk. Zelfportret van een liefde is de geschiedenis van een hartstocht en van het ontstaan van het zelfportret dat Charley Toorop in 1928 voor Arthur Lehning schilderde, het blijvende bewijs van hun liefde.'

Arjan Peters bespreekt het boek in de Volkskrant en spreekt daar de wens uit dat al Toorops brieven gepubliceerd worden. Ik moet geloof ik maar even naar het Spui.

Geen opmerkingen: