Echt Parijs is het nog niet. We logeren te Bievres, een Frans durp eindje onder Parijs. Net voorbij alle lelijke voorsteden. 2.500 inwoners. Ze wonen op een heuvel, in een huis gebouwd door een leerling van Du Corbusier, met een fantastische tuin en wijds uitzicht over de Vallee du Bievres. Ofzo. Het is enorm lente. De bomen zijn nog kaal, maar overal beginnen de bloesems uit te knallen. Er is te Bievres een dorpsplein met twee bakkers, twee slagers en twee groenteboeren. Keus te over. We logeren bij Bobby's neef Dre en zijn vrouw Ann. Neef Dre heeft in de ruimtevaart gewerkt, bij de ESA, maar is net met pensioen.
Ik hoest bij tijd en wijle nog steeds als de ziekte, beetje vervelend als je bij nieuwe mensen logeert, maar iedereen is lief en zorgzaam en overlaadt me met Fisherman's Friends en hoestdrank. Straks gaan we langs de Seine kuieren. Als we er geraken, want er is staking te Parijs. Vooral openbaar vervoer. Men is tegen de crisis en voor het behoud van werkgelegenheid. Ze schijnen hier in Parijs nogal veel preventief te staken. Om de stemming te peilen.
Ik hoest bij tijd en wijle nog steeds als de ziekte, beetje vervelend als je bij nieuwe mensen logeert, maar iedereen is lief en zorgzaam en overlaadt me met Fisherman's Friends en hoestdrank. Straks gaan we langs de Seine kuieren. Als we er geraken, want er is staking te Parijs. Vooral openbaar vervoer. Men is tegen de crisis en voor het behoud van werkgelegenheid. Ze schijnen hier in Parijs nogal veel preventief te staken. Om de stemming te peilen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten